Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Te zot voor woorden…?

Psychiatrie en logopedie werken in de kinder- en jeugd-GGZ helaas nog weinig samen. Het meest in het oog springende probleem bepaalt in welke discipline het kind terechtkomt. Vaak hangen de problemen op taal- en psychiatrisch gebied echter met elkaar samen. Intensievere samenwerking tussen GGZ en taalexperts zal veel winst opleveren.

Lise (14 jaar) lijdt aan een gegeneraliseerde angststoornis bij complexe systeemproblematiek. De behandeling van het meisje in de psychiatrie bestaat uit ouderbegeleiding en gezinsdagbehandeling. Aangezien Lise tijdens de cognitieve gedragstherapie maar mondjesmaat vooruitgang boekt, rijst de vraag of het nog wel zin heeft om ermee door te gaan. Ook Lises leerontwikkeling loopt vast. Tijdens het diagnostisch traject is een discrepantie gevonden tussen haar PIQ en VIQ. Lise lijkt moeite te hebben zaken helder te verwoorden. Om vast te stellen of sprake is van taalproblematiek, al dan niet onderliggend aan de psychiatrische problemen, wordt een taal- en communicatieonderzoek gedaan. Uit dat onderzoek komt naar voren dat Lise auditieve informatieverwerkingsproblemen heeft. Ze blijkt veel te missen van auditief aangeboden informatie. Niet alleen begrijpt ze vaak niet goed wat van haar wordt verlangd, ze laat dit ook niet weten aan de ander. Het onderzoek bevestigt haar woordvindingsproblemen nog eens. Bovendien blijkt dat Lise veel frustratie ervaart wanneer zij vastloopt in de communicatie. Haar moeder herkent de situatie: bij frustratie of boosheid heeft Lise extra moeite met verwoorden en geeft dan vaak snel op onder het motto ‘laat maar’.

De gang van zaken doet vermoeden dat Lises psychiatrische behandeling mede is vastgelopen omdat haar taalproblematiek niet is onderkend. Lises emotionele problematiek, haar gedrag dat hieruit voortvloeit én de complexe gezinssituatie hebben lange tijd op de voorgrond gestaan. Hierdoor is er nooit eerder aan gedacht om haar taal- en communicatieve vaardigheden goed in kaart te brengen. Terwijl achteraf blijkt dat haar taalstoornis forse invloed heeft gehad op haar gedrag. Haar problemen met de auditieve informatieverwerking, het moeizame begrijpen én produceren van taal hebben haar angsten alleen maar versterkt, waardoor haar ontwikkeling nog meer is gestagneerd.

Taalproblemen worden in de GGZ nogal eens onderschat

Lise is niet de enige die dit is overkomen. In de GGZ worden regelmatig kinderen en jongeren gezien met taal- en communicatieproblemen. Deze problemen worden in de kinder- en jeugd-GGZ echter nogal eens onderschat, zien we in de klinische praktijk. Onder andere Njiokiktjien (2006) en Van den Bedem (2018) beschrijven dit. Mede door het geringe wetenschappelijk onderzoek naar deze problemen blijft aandacht ervoor vaak achterwege (Van den Bedem, 2018). Tegelijkertijd is verbale communicatie hét middel in de psychiatrische diagnostiek en behandeling. Dus dat kan wringen. Wij pleiten voor meer samenwerking tussen taalexperts en de GGZ. Bij jonge kinderen leek de kruisbestuiving van taaldeskundigen en psychiatrie al enigszins

Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in