Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Gezien en gelezen

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12454-019-0044-7/MediaObjects/12454_2019_44_Fig1_HTML.jpg

BETER WORDEN IN JE VAK. Systematische zelfreflectie voor professionals in de GGZ
Anton Hafkenscheid, 2018 Uitgeverij Boom ISBN 978 90 244 0294 6 199 bladzijden Prijs: € 26,20

De GGZ is in crisis! De GGZ wordt almaar duurder en de vraag naar hulp groeit nog steeds. Om deze groei te beteugelen, zetten financiers en beleidsmakers de GGZ onder druk om effectiever te werken, wat overigens niet helpt. Onder invloed van deze ontwikkeling wordt de GGZ uitgedaagd om te bewijzen dat de verschillende therapievormen en interventies werken. De GGZ pakt deze uitdaging vooral op door min of meer beschermde en minutieus beschreven ‘handelsmerken’ te ontwikkelen, zoals EMDR, DBT, ACT en EFT, en deze handelsmerken te onderzoeken met behulp van randomized controlled trials (RCT’s). Het gaat dan om onderzoek waarbij grote groepen met elkaar worden vergeleken. De cliënten die eraan deelnemen worden zorgvuldig gescreend, zodat zo min mogelijk sprake is van comorbiditeit. En de therapeuten worden buitengewoon goed getraind in het te onderzoeksprotocol.

Ziehier in kort bestek de huidige stand van zaken volgens klinisch psycholoog en psychotherapeut Anton Hafkenscheid in zijn boek Beter worden in je vak. Hafkenscheid ziet RCT’s niet als enige weg om de effectiviteit van de GGZ te vergroten en ook niet als de beste weg. Hij vindt dat het steeds preciezer beschrijven van behandelprotocollen en het doen van RCT’s de werkelijkheid zo beperkt, dat je je kunt afvragen wat de uitkomsten van dergelijk onderzoek nog met de werkelijkheid in de behandelkamer te maken hebben.

Hij merkt op dat ook als verschillende therapeuten dezelfde (effectieve) interventie gebruiken de ene therapeut toch effectiever kan zijn dan de andere. Blijkbaar hangt de effectiviteit van de behandeling niet alleen af van het referentiekader, maar ook van de therapeut zelf. De tegenhanger van het denken in protocollen en RCT’s is volgens Hafkenscheid de universele-factorenbenadering. Deze benadering gaat er vanuit dat om effectief te zijn in het behandelen van cliënten het niet voldoende is om gebruik te maken van een bewezen effectieve interventie, maar dat daarnaast aan een aantal algemene factoren moet worden voldaan. Die factoren zijn onder andere en kort samengevat de therapeutische relatie, vertrouwen in genezing, een geloofwaardig verklaringsmodel, een overtuigende veranderingstheorie en een hulpvrager die zich aan het één en ander wil onderwerpen. Deze benadering wijst erop dat je, om beter te worden in je vak, moet reflecteren op jezelf als therapeutisch instrument. Hafkenscheid stelt

Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in