In 2024 publiceerde kinderpsychiater Hilgo Bruining zijn boek Donutpsychiatrie. Hierin pleit hij ervoor om de ontwikkeling van kinderen meer te bezien vanuit de algehele context waarin kinderen opgroeien. ‘Gaandeweg ben ik mij steeds meer gaan realiseren dat we de invloed van de omgeving en de context niet serieus genoeg nemen.'
Waardoor ontstond uw interesse voor de ontwikkeling van kinderen?
‘Ik ben oorspronkelijk opgeleid als kinderarts, maar ik ben steeds nieuwsgieriger geworden naar de ontwikkeling van kinderen en hun hersenen. Aanvankelijk werd ik gegrepen door de ontdekking van genetische oorzaken en neurobiologische trends die raken aan de ontwikkeling van kinderen, maar gaandeweg ben ik mij steeds meer gaan realiseren dat we vooral de invloed van de omgeving en de context waarbinnen kinderen zich ontwikkelen niet serieus genoeg nemen. En dat is nogal kortzichtig, want zoals ook een collega-arts in de gynaecologie het laatst nog tegen me zei: er is niets zo biologisch als armoede.’
Wat is het kernprobleem?
De historische tijdlijnen van ons medische en politieke handelen hebben geleid tot een ontaarding van de kinderpsychiatrie en – in mindere mate – van de kinderpsychologie. De enorme druk op het onderwijs en de opvoeding heeft de diagnose tot een reddingsboei gemaakt voor kinderen die thuis of op school niet goed te handhaven zijn, of die niet voldoen aan bepaalde normen.
Niet zelden worden wij door scholen gebeld met de waarschuwing dat als een ‘onhandelbaar kind’ geen medicatie krijgt, het van school moet. Maar hier geldt wat mij betreft de oude tegeltjeswijsheid: scholen die om pillen vragen worden overgeslagen. Het is heus niet verkeerd dat we lang op allerlei diagnoses en behandelingen voor deze kinderen hebben gevaren, maar inmiddels weten we beter en moeten we ons voortschrijdend inzicht gebruiken om hierin meer nuances aan te brengen.’
Welk voortschrijdend inzicht?
Veel kinderen hebben bijvoorbeeld meer tijd nodig om te rijpen, of zijn gebaat met een andere aanpak dan de gebruikelijke. Als ze die eenmaal krijgen, komen deze kinderen hun achterstand vaak wel te boven en bloeien ze weer op. Veel succesvolle kunstenaars zijn dyslecten die in hun jeugd achterstevoren in de klas zaten. Helaas krijgen kinderen tegen-woordig steeds minder ruimte om zich op hun eigen manier te ontwikkelen, waardoor ze geïsoleerd kunnen raken en ongelukkige, gedemoraliseerde kinderen kunnen worden; terwijl het probleem in de basis was dat ze niet konden leveren wat de maatschappij van ze vroeg. Ik zie veel radeloze ouders, van kinderen die op de een of andere manier buiten de boot zijn gevallen en die er in het onderwijs gewoon niet meer tussen komen. Daar is de maatschappij heel rigide en weinig medemenselijk in geworden.’
Met de tijd mee
Wat stelt u voor?
‘We moeten veel