De gemeenten Deventer, Peel en Maas, Roosendaal, Utrecht en Zalbommel hebben hun jeugdstelsel getransformeerd en betaalbaar gehouden. Er blijkt niet één oplossing; de jeugdhulp en inkoop is in deze gemeenten verschillend georganiseerd, maar er zijn een paar factoren aan te wijzen die een belangrijke rol spelen.

1. Het bieden van hoogwaardige eerstelijns jeugdhulp, die aansluit bij onderwijs en huisarts en nauw samenwerkt met het sociaal domein en de specialistische jeugdhulp.
2. Investeren in preventie en vroegsignalering.
3. Jeugdhulpteams in de lokale teams een groot mandaat geven. Na het opstellen van een hulpplan is levering van specialistische hulp meestal niet meer nodig.
4. Eerstelijns jeugdhulpprofessionals krijgen steun uit de gespecialiseerde zorg
5. De gemeenten realiseren zich dat ze afhankelijk zijn van de inhoudelijke kennis en kunde van de jeugdhulpaanbieders en vervullen hun rol als opdrachtgever goed, betrouwbaar en rechtvaardig.
6. De gemeenten richten zich op de lange termijn.
7. Monitoring speelt een grote rol; men kijkt  naar cijfers maar ook naar betekenis daarvan, samen met de jeugdhulpaanbieders; een continue monitorings- en kwaliteitscyclus op de verschillende niveaus.
8. Goede samenwerking tussen ambtenaren, het college van B&W en de gemeenteraad.
9. Consequent werken vanuit een sterke visie.
10. De gemeenten kiezen voor vertrouwen in plaats van controle en beheersen, de zgn. risico-regelreflex
11. Goede samenwerking tussen ambtenaren, het college van B&W en de gemeenteraad.
12. Kleinschalig uitproberen en bij succes verder implementeren.

Het gaat om de samenhang van deze factoren en het zodoende proberen te komen tot duurzame oplossingen voor jeugdigen en gezinnen.

Bron: Verwey Jonker Instituut

Gerelateerde informatie

• Samenwerking tussen onderwijs en jeughulpverlening hapert
• Nieuw domeinoverstijgend kennisplatform over multiproblematiek
• Doelgericht werken in wijkteams laat nog te wensen over
• Jeugdhulp in tijden van corona
• Een levensverhaal van tien meter lang