Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

“Problematische gehechtheid heeft invloed op het individu en de samenleving.”

Binnenkort komt de herziene versie van het boek Behandeling van problematische gehechtheid, met aandacht voor het brein uit. De hoogste tijd om een van de schrijvers van het boek, Anniek Thoomes-Vreugdenhil een aantal vragen te stellen over de toedracht van deze herziene versie en het belang van nieuwe inzichten rond dit thema.
problematische gehechtheid

Wat is problematische gehechtheid eigenlijk? 

“Problematische gehechtheid betreft diegenen die door een onveilige gehechtheidsrelatie met ouders/verzorgers problemen ondervinden in zelfvertrouwen, zelfwaardering en in relaties. Een jeugdige/volwassene met een problematische gehechtheidsrelatie heeft altijd onvoldoende vertrouwen in zichzelf en anderen opgebouwd. Onveilig gehecht zijn (geweest) heeft de vorm van vermijdende of ambivalente gehechtheid. In ernstige gevallen is de gehechtheidsrelatie gedesorganiseerd of verstoord (Richtlijn in 2020).”

En waarom is hechting zo belangrijk? 

“Gehechtheid heeft invloed op veel zo niet alle delen van de ontwikkeling. Neem bijvoorbeeld de cognitieve ontwikkeling. Prestaties van mensen met gehechtheidproblemen zijn vaak minder. Maar ook de sociale ontwikkeling speelt een rol. Vriendschappen kenmerken zich vaak door of aanklampgedrag of wisselende vriendschappen met weinig diepte.”

Iedere ontwikkelingsfase heeft een eigen ontwikkelingstaak (Sroufe, 2016). Als voorbeeld geeft Anniek de babyfase die als taak een stevige gehechtheidsrelatie bevat. De peuterfase kenmerkt zich weer meer door zelfregulatie. Het kind wordt dan bewust van zichzelf en anderen en ook van emoties.

“Bij onveilig gehechte kinderen komt dat niet of slecht op gang en dat heeft invloed op zelfwaardering en zelfregulering. Zelfregulering is voor de hele ontwikkeling van belang.”

Een ontwikkeling waarin problematische gehechtheid een rol speelt kan ook gevolgen hebben voor de samenleving.

“Enkele onderzoekers (Lyons-Ruth et al, 2004, allen et al, 2002) hebben het verband tussen gehechtheid en jeugdcriminaliteit, tussen agressie en zinloos geweld onderzocht en een verband geconstateerd.”, aldus Anniek.

Welke behandelmethoden worden er in het boek beschreven? 

Anniek: “In dit boek worden drie behandelwijzen beschreven. De Differentiatietherapie voor kinderen en jongeren, de Fasetherapie voor relationeel gestoorde kinderen en jongeren tot 16 jaar en de Basistherapie voor jongeren vanaf 16 jaar en volwassenen.”

“De eerste therapie betreft vooral zintuigontwikkeling en richt zich op differentiatie in relaties met name de behandeling van het allemansvriend gedrag. Deze methode wordt overigens ook gebruikt bij volwassenen met vermijdend gehecht gedrag in combinatie met Basistherapie.”

“In de Fasetherapie, die vooral gericht is op ‘nabijheid wensen-nabijheid weren’, krijgen de kinderen en jongeren tot 16 jaar nabijheids-wijzen zoals die in de ontwikkeling voorkomen aangeboden door hun verzorgers. Dit gebeurt onder intensieve begeleiding van de psychotherapeut die het kind in therapie heeft. Deze behandeling is geen regressie en dwang is verboden. Het kind of de jongere praat en beslist mee of het de behandeling wil en in welke vorm.”

“De Basistherapie is een behandelvorm voor relationeel gestoorde jongeren vanaf 16 jaar en volwassenen. De

Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in