Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Erger voorkomen

Foto: Aleid Denier van der Gon.

Het jeugdbeleid stoelt op twee pijlers. Enerzijds is dat preventie van problemen in opgroeien en opvoeden, anderzijds snel effectieve hulp bieden om erger te voorkomen en het beroep op zware zorg te verminderen. Maar welke mogelijkheden hebben wijkteams, werkers in de jeugdgezondheidszorg en scholen als ze beginnende psychische problemen signaleren? Weten we wat helpt om te zorgen dat die klachten niet verergeren?

Onderzoek naar de vraag hoe we moeten voorkomen dat psychische klachten ontstaan of verergeren, is lastig. Onderzoek naar de vraag hoe we moeten voorkomen dat psychische klachten ontstaan of verergeren staat nog in de kinderschoenen. In dit nummer van Kind & Adolescent Praktijk vind je twee bijdragen over interventies bedoeld om te voorkomen dat beginnende angst- en depressieklachten erger worden. Geïndiceerde preventie noemen we dat. Mia Kösters en haar collega’s deden onderzoek naar het programma ‘VRIENDEN voor het Leven’. En in de rubriek Nader onderzoek gewenst? bespreekt Else de Haan twee onderzoeken die zijn gebaseerd op Cognitive Bias Modification. Het interessante – en misschien ook wel het vervelende voor wie op zoek is naar heldere antwoorden – is dat de resultaten uit deze studies behoorlijk van elkaar verschillen.

VRIENDEN is een (van oorsprong Australische) groepstraining voor kinderen uit groep zeven en acht van de basisschool die verhoogde angst- of depressieve klachten hebben. Het programma bestaat uit tien sessies, een ouderbijeenkomst en een terugkombijeenkomst. De onderzoekers vonden dat de klachten van kinderen die de training volgden sterk verminderden in vergelijking tot een controlegroep (i.e. een groep kinderen met vergelijkbare klachten die geen training volgde). De resultaten blijken bovendien stabiel: een jaar na afloop van de training was hun angst niet groter dan in een normale controlegroep.

Else de Haan bespreekt in haar rubriek twee studies naar preventie van angst bij adolescenten. In beide onderzoeken krijgen adolescenten met verhoogde angst- en depressieklachten een e-healthtraining, waarin ze met computertaken leren hun aandacht voor en interpretatie van angstige situaties te veranderen. Beide onderzoeken lieten zien dat de meerwaarde van de CBM-training gering is. Bij alle onderzochte jongeren die een CGTtraining kregen (in het onderzoek van Sportel) of zelfs géén training volgden, werden de angstklachten na verloop van tijd minder.

De onderzoeken laten ons zien hoe lastig het is om de uitkomsten van onderzoek goed te duiden en te gebruiken als we in de praktijk keuzes moeten maken.

Dat komt onder meer omdat onderzoeken vaak veel van elkaar

Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in