Missie van Maaike Steeman en Femke Klomp is de acceptatie- en commitmenttraining (ACT) in het onderwijs te verankeren. Met hun boek, training en opleiding willen ze leraren helpen gezond en ontspannen te blijven. 'Leraren rennen net iets harder dan goed voor ze is. Zo raken ze soms hun eigen waarden kwijt.'
Foto: Aleid Denier van der Gon
We spreken de auteurs, die elkaar al sinds de basisschool kennen, in de Utrechtse praktijk van Maaike Steeman, op een steenworp afstand van het Merwedekanaal. Naast haar werk als gezondheidszorgpsycholoog in haar eigen praktijk houdt Steeman zich bezig met de vertaling van psychologische inzichten naar het onderwijs. Daarbij focust ze op de inzet van acceptatie- en commitmenttraining (ACT) in het onderwijs. Femke Klomp is van huis uit taalkundige en communicatiewetenschapper, maar verdiepte zich al tijdens haar opleiding in het onderwijs. Ze werkte twintig jaar als coach en trainer voor het onderwijs. In eerste instantie was dat vooral gericht op didactiek en pedagogiek. Sinds een aantal jaren heeft ze haar eigen praktijk als coach voor onderwijsprofessionals, waarbij het in plaats van didactiek en pedagogiek veel meer gaat over de psyche van de leerkracht. Hoe kan die zich gezond en ontspannen blijven voelen in het drukke werk en tegelijkertijd doen wat hij het allerbelangrijkst vindt? Vorig jaar verscheen hun boek Psychologische flexibiliteit in het onderwijs. Doen wat werkt met hart en ziel. Samen geven Steeman en Klomp trainingen in ACT-vaardigheden aan leerkrachten en eind dit jaar beginnen ze met een ACT-opleiding voor onderwijsprofessionals.
‘Fouten maken mag,’ zegt juf, maar leeft dat zelf niet voor
Op welke manier kwamen jullie voor het eerst in aanraking met ACT?
Steeman: “Dat was eigenlijk heel toevallig. Ik werkte nog in een Utrechtse praktijk, waar een enorme kast vol boeken stond. Toen een van mijn afspraken uitviel, besloot ik eens in die kast te gaan kijken. Ik kwam het boek Uit je hoofd, in je leven van Steven Hayes tegen. Ik kon niet meer stoppen met lezen. Er viel opeens zóveel op z’n plek.”
Wat was de herkenning die je vond?
Steeman: “Ik ben opgeleid met de gedachte dat er psychisch gezonde en psychisch zieke mensen zijn en dat je als psycholoog die laatste groep beter moet maken. Maar dat herkende ik in de praktijk helemaal niet. Als ik tegenover een cliënt zat, dacht ik vaak genoeg: O, dat heb ik ook!. Braaf deed ik de oefeningen om positief te leren denken en ontspanningsoefeningen die ik in mijn opleiding had geleerd met mijn cliënten, terwijl ik wist dat die bij mij niet zouden werken. Die frustraties voelde ik ook bij mijn cliënten. ‘Dat kan ik helemaal niet’, zeiden ze tegen me. Toen ik het