Wat als er ernstige problemen zijn in een gezin en het er voor een kind misschien niet veilig is? Hoe zorgen we dat deze kinderen toch zo 'thuis' mogelijk opgroeien? Over dit thema schrijft Nic Drion.
‘Een goede regisseur staat nooit voor een dichte deur’, zei een collega laatst, bij de nabespreking van een complexe casus in ons Consultatie Team. Dat was een leuke kwinkslag, maar wel een met een kern van waarheid. Zeker ook voor de ‘regisseurs’ in de jeugdbescherming. Sinds enkele jaren zijn jeugdbeschermers namelijk geen hulpverleners meer, ze zijn ‘regisseur’. Of dat nou een promotie is, vraag ik mij af. Feit is dat velen het moeilijk vinden om inhoud te geven aan hun regisseursrol. Wat er niet zelden toe leidt dat de regisseur voor een dichte deur komt te staan.
Het moet gezegd: het wordt de regisseurs in de jeugdbescherming niet bepaald makkelijk gemaakt. In de eerste plaats omdat ze een groot deel van de tijd bezig zijn met registratie en verantwoording van hun eigen werk. De eindeloze verantwoordingsdrift van de overheid – en van de instelling zelf – maakt van regisseurs papieren tijgers die vanachter hun computer met name zichzelf proberen te regisseren. In de tweede plaats zijn bij veel van onze gezinnen tal van hulpverleners en professionals betrokken. De jeugdbeschermer wordt geacht om, in naam van de veiligheid van het kind, orde in de hulpverleningschaos aan te brengen. Veel tijd gaat zodoende zitten in afstemming en overleg, brandjes blussen, hulp aanvragen, wachtlijsten overbruggen et cetera. Dit overigens zonder dat de regisseur echte zeggenschap heeft over wat deze hulpverleners doen. Want die werken bij andere organisaties, ieder vanuit hun eigen opdracht.
Door dit alles heeft de regisseur te weinig tijd voor het echte werk, namelijk het contact met de kinderen en gezinnen. Jeugdbeschermers schatten in dat ze slechts twintig procent van hun tijd daaraan kunnen besteden. Dat heeft dramatische gevolgen voor de kwaliteit van de regie. Want hoe kun je nu een goede regisseur zijn als je je hoofdrolspelers niet kent? Als je niet weet wat ze beweegt? Als je ze niet weet te raken? Dan is het toch ook niet vreemd dat je soms voor een dichte deur komt te staan.
Zo was het ook in de casus die werd ingebracht in het Consultatie Team. De regisseur, de derde in twee jaar tijd, was nu een half jaar betrokken, maar voelde zich eigenlijk al die tijd niet welkom. Ze was de wanhoop nabij. Terwijl het niet eens zo’n superheftige casus was. Wat was er aan de hand? Drie kinderen wonen bij hun moeder die Niet