Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Steven Pont: ‘Vaak ligt onder mentale klachten een verstoring van het zelfbeeld. Maar wat is nou wat?’

Steven Pont is ontwikkelingspsycholoog en systeemtherapeut. In zijn werk gebruikt hij die twee invalshoeken voortdurend: de (ontwikkelings-) psychologie, die gedrag meer vanuit het individu beschrijft en de systeemtheorie, die juist het belang van de sociale omgeving meer benadrukt. In zijn lezing op de studiedag Zelfbeeld als transdiagnostische factorop 22 september neemt Steven Pont ons mee vanuit de ontwikkelingspsychologie en de systeemtheorie op een zoektocht naar de geboorte van ons zelfbeeld, de werkzame bestanddelen ervan en hoe het ons gedrag uiteindelijk mede bepaalt. We spreken hem over waarom er steeds meer kinderen en jongeren met mentale klachten zijn en wat dat met zelfbeeld te maken heeft.

zelfbeeld

Steeds meer kinderen en jongeren komen terecht bij de GGZ met klachten als angst, somberheid, gedragsproblemen, psychosomatische klachten, psychotische stoornissen en verslavingsproblematiek. Onderliggend aan deze klachten bestaan vaak verstoringen in het zelfbeeld: ze hebben weinig beeld van zichzelf, of vinden zichzelf minder waard, denken dat ze er niet bij horen of gaan buiten (eigen) grenzen om erbij te horen. Hoe komt dat?

Groeiend aantal kinderen en jongeren met mentale klachten

Volgens Steven hebben ingewikkelde dingen zoals het groeiend aantal kinderen en jongeren met mentale klachten nooit slechts één oorzaak, maar is corona wel een multiplier geweest. ‘Corona was een gaspedaal op een aantal zaken die al speelden en die elkaar versterken. Je bent toch 2,5 jaar de structuur in het leven kwijt geweest en door de sterke toename van sociale media worden allerlei sociale vaardigheden moeilijker aangeleerd. Ze zijn simpelweg niet meer in het dagelijks gebruik aanwezig. We trekken nu hele scholen door sociale vaardigheidstrainingen heen en daar zijn die scholen ook trots op. Maar eigenlijk is het hetzelfde als dat je je kind heel veel vitamine supplementen geeft en denkt dat je heel goed bezig bent. Terwijl als je kind gewoon eet, het alle voedingsstoffen die het nodig heeft wel binnen krijgt.’

‘Er is daarnaast veel angstig ouderschap. Kinderen van nu zijn de digital natives en lopen voor op ouders op dit belangrijk thema. Wij als ouders zijn de digital immigrants en kunnen ons moeilijk verhouden tot die enorme berg aan technologie. Dat hebben we niet mee gekregen en daar voelen we ons ook lang niet altijd comfortabel en zeker in.’ Volgens Steven lopen kinderen voor het eerst in de menselijke geschiedenis voor op hun ouders en weten ze werkelijk beter hoe het zit. Althans ze zijn behendiger in nieuwe technologie. Aan de andere kant hebben ze nog niet de cognitieve vermogens om het onderscheid en/of het verband te maken tussen de zender en de boodschap van de zender. ‘Vaak denken ze: “wat het internet zegt is waar”, maar denken ze niet na over of diegene die de boodschap verzendt een belang heeft bij die boodschap.’

Bovendien zijn sociale media niet zo sociaal als dat we zouden willen. ‘Er is veel contact, maar iemand in elkaar rammen is ook contact. Het gaat natuurlijk over meer dan alleen maar contact, het gaat over de kwaliteit van dat contact: Hoe los je bijvoorbeeld een conflict op.’

Het verstoorde zelfbeeld

Steven noemt drie zaken die spelen bij het verstoorde zelfbeeld van kinderen en jongeren.

‘Ten eerste hebben kinderen door de enorme ontwikkeling van technologie en sociale media minder interactie met elkaar en leren ze dus minder sociale vaardigheden. Sociale vaardigheid verwerf je en is niet iets wat je bij geboorte meekrijgt. Je moet het doen en ervaren in het dagelijks leven. Als er tegenwoordig contact is, is dat via social media en dat is een andere vorm is dan live contact. Een goed voorbeeld zijn pubers die het uitmaken met een Whatsappje omdat de vaardigheid om bij elkaar te zitten en het erover te hebben, ontbreekt. Het is vooral het gemak waarmee gecommuniceerd wordt, maar daarmee wordt het niet kwalitatief beter. Het is bijvoorbeeld ook gemakkelijker om online te pesten, want consequenties zijn er niet. Veel kinderen zijn ook eenzaam door gebrek aan werkelijk persoonlijk contact.’

‘Ten tweede is de ‘valse ik’ een grote factor in het vormen van een zelfbeeld. Het je beter voordoen dan je bent, dat heeft een vlucht genomen. Tussen je gevoel en je gedrag zit altijd een beetje spanning, evenals tussen hoe je jezelf ziet en hoe je wilt dat anderen je zien. Maar dat is nu wel erg versterkt. Ik zag laatst een stel dat uit eten was. Ze keken op hun telefoon en spraken niet met elkaar. Ineens maakt zij een lachende selfie en post het meteen op sociale media: kijk hoe gezellig we het hebben? Bovendien is de wereld meer dan vroeger ingedeeld in winners en losers…’

‘Ten derde is de wereld altijd wel een ingewikkelde plek geweest, maar die complexiteit komt nu wel heel dichtbij, en dat heeft ook gevolgen voor zelfverzekerdheid en zelfbeeld. We hebben een oorlog die dichtbij wordt gestreden, je hebt niet het idee dat je als jongere een huis kunt vinden, er worden voortdurend doemscenario’s over het milieu geschetst… Natuurlijk is alles allemaal wel eerder aan de hand geweest, maar het grijpt nu wel heel erg in elkaar.’

Wat is zelfbeeld?

Zelfbeeld raakt aan de basis van wat iemand is. Het is de kern. Vanuit het zelfbeeld worden de gedragskeuzes vaak bepaald. Je wordt echter niet met een zelfbeeld geboren, maar dat bouw je met name gedurende de eerste periode van je leven langzaam op. Je duidt als het ware de ervaringen die je opdoet, betrekt die op jezelf en maakt zo een beeld van jezelf. Het is een interpretatie van de ervaringen die je hebt opgedaan, van je rol en je positie in het sociale systeem, maar het is niet de waarheid. Tegelijkertijd is dat beeld wel een belangrijke aanjager van je gedrag.’

‘Als jij bijvoorbeeld dat jongetje bent met een hoog toerental, zegt dat nog niks over je zelfbeeld. Het is maar wat je van dat hoge toerental vindt en hoe je het interpreteert. Het is niet een zelf-feit maar een zelf-beeld. Je kunt ook een ander beeld hebben. Beelden zijn krachtig en beeldvorming is enorm belangrijk. Want als dat drukke jongetje te horen krijgt: “wat ben jij een vervelend kind!” schept dat een heel ander beeld dan: “wat ben jij een levendig kind”. Het toerental blijft hetzelfde, maar de interpretatie van het (eigen) gedrag is anders. Het krijgt ineens betekenis waarvandaan je waarschijnlijk ook andere gedragskeuzes maakt.’

De transdiagnostische factor

Transdiagnostisch betekent dat de behandeling van een verstoord zelfbeeld door alle diagnoses heen gaat. Het zijn de cognitieve en/of gedragsmatige processen rondom het zelfbeeld die bijdragen aan het voortduren van de symptomen en het disfunctioneren dwars door verschillende diagnostische groepen heen. Hoe moeten we dat zien?

Steven: ‘Een verstoord zelfbeeld ligt niet alleen aan de basis van bijvoorbeeld depressie. Natuurlijk categoriseert de wetenschap het liefst. Als je iets wilt bewijzen, houd je in de wetenschap immers alle variabelen hetzelfde, behalve eentje. Anders weet je niet wat werkt. Maar er is naast de wetenschap ook een werkelijkheid en dat is in ons vak ‘comorbiditeit’. De mentale problemen van kinderen en jongeren nemen inmiddels zulke grote vormen aan dat dat veel meer gaat spelen. Er is een hoop kritiek op jeugdzorg, maar vergis je niet in hoe ongelooflijk complex en ingewikkeld het vak is. Het is geen exacte wetenschap zoals natuurkunde is. Het is vorsen en zoeken met z’n tweeën naar wat werkt en wat niet. Ik vind dat nogal eens onderschat of ondergewaardeerd wordt hoe lastig de zoektocht naar de beste aanpak iedere keer is.’

Volgens Steven bestaat het diagnostisch model bovendien uit constructen. ‘ADHD is bijvoorbeeld een construct, heel anders dan het pokkenvirus, dat echt een ontdekking is. Over 15 jaar spreken we wellicht niet meer over ADHD en gebruiken we andere terminologie om het gedrag te duiden en vast te pakken. Neem dat jongetje Pim dat in de klas zit en altijd druk is. Op woensdag krijgt hij de diagnose ADHD. Dan heb je op donderdag nog steeds diezelfde Pim in de klas. De interventies bij een druk kind, tenzij we het hebben over medicatie, zijn niet zoveel anders dan die bij een ADHD-er. Diagnoses hebben nut als startpunt, maar niet als eindpunt. Er is namelijk niks wat alle kinderen met ADHD delen, behalve de diagnose.’

Zelfbeeld als basis voor diagnose

De psyche laat zich dan ook niet zo makkelijk vastpakken in constructen, volgens Steven. ‘Vaak ligt onder de symptomen van angst, somberheid en gedragsproblemen etc. een verstoring in het zelfbeeld. Maar wat is nou wat? Een laag zelfbeeld leidt vaak tot depressie en een depressie is nou niet bepaald bevorderlijk voor het zelfbeeld. Het grijpt in elkaar en versterkt elkaar. Je kunt het ook circulaire causaliteit noemen. In een causaal verband veroorzaakt A B maar veel vaker jaagt het een het ander aan en andersom. Ik noem een voorbeeld: een man die zegt: “ik zit altijd televisie te kijken, want mijn vrouw zit altijd een boek te lezen”. Maar die vrouw zegt: “natuurlijk zit ik een boek te lezen, want hij zit voortdurend voor de televisie.” Macht en verzet is ook zoiets. Hoe meer macht, hoe meer verzet, maar ook hoe meer verzet, hoe meer macht. Zo is het ook met een laag zelfbeeld. Dat leidt vaak tot somberheid en somberheid leidt weer tot een lager zelfbeeld.’

Interventies voor een sterker en realistisch zelfbeeld

Welke interventies zijn er bij het behandelen van een verstoord zelfbeeld? Dat hangt er een beetje vanaf, vindt Steven. ‘Je hebt veerkracht nodig om de moeilijkheden die je tegenkomt te overkomen en/of ermee om te kunnen gaan. Maar veerkracht is een relationele grootheid en een individueel kenmerk. Als je het gevoel hebt dat je er alleen voor staat, dat je eenzaam bent, dan is veerkracht lastig. Maar zit het in het kind of zit het in het systeem? Het is het vaak de relationele factor die jou aanzet tot veerkrachtig reageren.’

‘Veerkracht leer je door steun uit je omgeving. Je kunt het probleem overnemen of diegene met het probleem ondersteunen, wat betekent dat iemand het probleem of de moeilijkheid nog wel steeds zelf vasthoudt. Een moeilijkheid die je overwint, maakt je zeker en geeft vertrouwen.’

‘De rol van ouders kan soms een van de oorzaken zijn voor een verstoord zelfbeeld, maar kan zeker ook helend werken. Je kunt het systeem van het gezin nodig hebben als verklaring en dat is soms ook prettig, want het kan een sleutel zijn tot de oplossing van het probleem. Het is daarnaast ook belangrijk dat ouders hun kind ondersteunen en dat ze snappen waarom hun kind op een bepaalde manier reageert en dat niet persoonlijk nemen. Als ouder wil je toch juist dat je kinderen moeilijkheden tegenkomen en die overwinnen in combinatie met jouw ondersteuning.’

De studiedag: Zelfbeeld als transdiagnostische factor

De studiedag is primair bedoeld voor hulpverleners die in hun werk te maken hebben met mensen met negatief zelfbeeld en hun familie. Van basispsycholoog en jeugdzorgwerkers tot (ortho-)pedagogen, schoolpsychologen en (psycho)therapeuten. Waarom deelnemen?

Steven: ’Het is altijd goed dat als je een vak hebt in een dynamisch veld je je blijft ontwikkelen. We zijn geen postbodes waarbij de brievenbus altijd op dezelfde plek zit en je je ronde bijna blind kunt doen. Nee, het blijft zoeken, het is een heel ingewikkeld vak.’

Meer info? 

Studiedag Behandeling zelfbeeld als transdiagnostische factor