Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Je luistert wel, maar hoor je het ook?

Mariska van der Steege en Marjan de Lang
Terwijl we denken dat we goed luisteren, is de beleving van ouders en kinderen regelmatig een totaal andere. Hoe kan dat beter?
Als professionals in de jeugdhulp en jeugdbescherming hebben we vrijwel allemaal het idee dat we goed luisteren naar ouders en kinderen. We weten tenslotte dat communicatie en bejegening het hart van ons vak zijn. Dat het belangrijk is emoties te herkennen en te benoemen, goed te luisteren, tussentijds samen te vatten en door te vragen. Ook weten we hoe belangrijk het is ouders en kinderen goed te betrekken bij alle stappen en beslissingen. Dit gaat regelmatig goed. De ouders en kinderen die meededen aan Betrek mij gewoon hadden ervaringen met een professional die goed luisterde (Spijk-De Jonge et al. 2022). Ze herinnerden zich deze specifieke professional nog goed; die had oprechte interesse in hen, luisterde oordeelloos en nam hen serieus.
Toch lukt dit lang niet altijd. Uit onderzoek komt al jaren naar voren dat ouders en kinderen die te maken krijgen met jeugdhulp en jeugdbescherming zich niet gehoord voelen en naar hun idee niet betrokken worden bij de beslissingen die over hen worden genomen. Ze geven aan te ervaren dat er niet met, maar óver hen wordt gepraat. Ook gaan veruit de meeste klachten al jaren over bejegening en informatievoorziening. Oftewel over de mate waarin kinderen en ouders zich gehoord en respectvol bejegend voelen en hoe ze gedurende het hulpverleningsproces geïnformeerd worden. Uit Betrek mij gewoon kwam dit opnieuw als belangrijke rode draad naar voren (Spijk-de Jonge et al. 2022). Ook leidde de hulp regelmatig niet tot een antwoord op de vraag die ze bij aanvang hadden. Ouders hadden dan, ondanks het contact met meerdere professionals, eigenlijk nog steeds geen idee wat er met hun kind aan de hand was of wat de verklaring was voor de ontstane problemen.
Hoe kan het, dat wij professionals allemaal denken dat we goed luisteren en dat tegelijkertijd de beleving van ouders en kinderen regelmatig een totaal andere is? Een aantal factoren lijkt hierbij een rol te spelen.
De vele wisselingen van hulpverleners met wie ouders en kinderen te maken krijgen speelt als eerste een belangrijke rol. Bij het contact met de zoveelste hulpverlener had een vader die zijn verhaal over wat hij en zijn vrouw met hun zoon hadden meegemaakt maar op papier gezet. Dat gaf hij dan aan de volgende hulpverlener alvorens in gesprek te gaan. Moe was hij van telkens opnieuw hetzelfde verhaal vertellen. Zeker als kinderen en ouders jarenlang met jeugdhulp te maken hebben, is meer dan honderd professionals langs zien komen geen uitzondering. Dan heb je het op een gegeven moment wel gezien met weer een volgende hulpverlener, hoeveel goede bedoelingen die ook heeft. De zoveelste in de rij zijn, maakt het voor de betreffende professional ook niet eenvoudig om te investeren in het contact, de weerstand bij de ander te verdragen en te blijven luisteren.
Ten tweede lijkt het handelen van professionals soms voornamelijk – en noodgedwongen – ingegeven door de bureaucratische systeemwereld. En daar overheersen regels, protocollen en afspraken die houvast bieden tijdens processen die soms onzeker en complex zijn. En zijn er lange wachtlijsten voor de benodigde hulp. De keerzijde is dat we de dagelijkse leefwereld van kinderen en ouders uit het oog verliezen, evenals het maken van contact van mens tot mens. Regels en protocollen leiden tot het gevoel te weinig tijd te hebben, gejaagdheid, en altijd met een doel of boodschap op die bank te zitten. Het is moeilijk dan nog open en zonder vooropgezet idee te luisteren naar de ander. Kinderen en ouders missen dan die hulpverlener die belangstelling heeft, oprecht het perspectief van de ander wil begrijpen, betrokken is en iets van zichzelf laat zien. Als ze die wél een keer treffen, weten ze dat zich jaren later nog feilloos te herinneren.
Een derde factor is de moeite die het kost het met elkaar oneens te zijn en het daarover eens te worden. Zich niet gehoord voelen en het niet eens zijn met een zienswijze of beslissing kunnen dan door elkaar lopen. Zeker als het gaat om situaties waarin de opvoedstijl of de eigen problematiek van ouders een negatieve invloed op de kinderen heeft. Professionals denken het dan beter te weten en gaan de ouders overtuigen van de oplossing die zij zien. Of gaan direct actie ondernemen. Ze verliezen daarbij uit het oog dat de situatie vaak al langer duurt en het niet op een paar dagen aankomt. Ook horen ze de expertise van de ouders over hun eigen situatie en wat daarin wel of niet werkt, niet meer.
Is het onveilig? Of vind jij het onwenselijk?

Wat dan wel?

Duidelijk is dat luisteren naar kinderen en ouders, hen serieus nemen en daadwerkelijk betrekken bij iedere stap en beslissing een voortdurend aandachtspunt blijft. Wat kan je concreet doen? In de gesprekken met ervaringsdeskundigen en professionals over de uitkomsten van Betrek mij gewoon kwam een aantal aanbevelingen naar voren.

  • Onderken dat kinderen en ouders bij uitstek deskundig zijn als het om hun eigen situatie gaat. Het grootste deel van hun leven voltrekt zich zonder dat jij erbij bent.
  • Luister echt: wees oprecht nieuwsgierig, bereid om samen te puzzelen en laat zien dat je iets doet met wat de ander zegt.
  • Maak onderscheid tussen situaties die onwenselijk zijn en die onveilig zijn. Neem ouders en kinderen daarbij serieus en respecteer hun normen en waarden.
  • Zoek actief naar feedback op je houding en bejegening en hoe je op de ander overkomt. Professionals die deze feedback actief opzoeken en ervan leren, sluiten beter aan bij ouders en kinderen worden daarmee effectiever in het bereiken van verandering.
  • Durf te onderkennen dat je geen goede aansluiting hebt met een specifiek kind of ouder. Maak het bespreekbaar en laat indien gewenst iemand anders het overnemen.

Referentie

  • Spijk-de Jonge, M., de Lange, M., Serra, M., van der Steege, M., Dijkshoorn, P. (2022). Betrek mij gewoon. Op zoek naar verbeterkansen voor de jeugdhulp in het casusonderzoek Ketenbreed Leren. Assen/Groningen: Accare.

Over de auteurs

Drs. M. van der Steege en drs. M.I. de Lange zijn beiden orthopedagoog en zelfstandig adviseur in de jeugdhulp.