Dat er soms iets gruwelijk misgaat in de jeugdhulp is misschien nooit helemaal te voorkomen. Zonder stevige ondergrond voor professionals lukt het zeker niet.
Herken je de volgende situatie? Met het hele team volgen jullie een meerdaagse training, bijvoorbeeld om traumasensitiever te werken. Of om met gezinsleden en de mensen om hen heen gestructureerd te werken aan het vergroten van de veiligheid voor een kind. Iedereen komt enthousiast terug: dit gaat echt helpen! Vervolgens slokt het dagelijkse werk jullie op en is er na twee maanden helemaal niets van het geleerde blijven hangen. Of dat het hele team vindt dat jullie écht aan de slag moeten met een richtlijn of een handreiking die precies van toepassing is op jullie werk. Welgeteld twee keer pakken jullie die erbij, en daarna verdwijnt al die nuttige informatie weer in de hectiek van het werk. Daarbij wordt het toepassen van het geleerde lastig als het moeilijk wordt in een gezin: het schuurt, ouders zijn lastig te benaderen of laten blijken dat het niet goed gaat, maar geen hulp te willen.
We zijn in de jeugdhulp en jeugdbescherming slecht in implementeren: in nieuwe (of al meer bekende) kennis en vaardigheden verweven in ons dagelijks handelen. Er zijn handreikingen, werkprocessen en richtlijnen te over. En er zijn allerlei manieren van scholing beschikbaar: cursussen, congressen, webinars, trainingen en e-learnings. Het lukt alleen zo slecht het geleerde vast te houden en dit in de dagelijkse praktijk te hanteren, zeker als de hulp aan een gezin niet soepel verloopt.
Eind januari verscheen de rapportage van het onderzoek van de inspecties Gezondheidszorg en Jeugd en Justitie en Veiligheid naar ‘het meisje in Vlaardingen’, dat ernstige en blijvende verwondingen opliep in een pleeggezin. Het meisje stond onder voogdij van een Gecertificeerde Instelling voor jeugdbescherming en een pleegzorgaanbieder was betrokken. De inspecties concludeerden dat er intern uitgeschreven werkprocessen en relevante richtlijnen beschikbaar waren. Die werden alleen in deze casus nauwelijks benut. De pleegouders belemmerden op allerlei manieren de toegankelijkheid tot het meisje, en het lukte de betrokken professionals niet om hier met elkaar doorheen te komen.
Het hanteren van werkprocessen en richtlijnen is voor professionals lastiger naarmate situaties in (pleeg)gezinnen weerbarstiger zijn en (pleeg)ouders hen niet gemakkelijk toelaten. Wat doe je als jeugdbeschermer of jeugd- en gezinsprofessional als de samenwerking met (pleeg)ouders moeizaam verloopt? Hoe blijf je het dan proberen, uitreiken naar de (pleeg)ouders, en vasthoudend zijn?
In het rapport vestigen de inspecties naar onze smaak te weinig de aandacht op de ‘stevige basis’ die hier voor professionals voor nodig is. We vragen nogal wat van hen die dagelijks werken met gezinnen die veel problemen hebben, moeite hebben relaties te onderhouden of vastzitten in een geweldsdynamiek. Dit vraagt om iemand op de achtergrond die steunt, aanmoedigt én professionals tegenspraak biedt en hen uitdaagt het vol te houden.
In de meeste organisaties in de jeugdhulp en jeugdbescherming bestaat zo’n achtergrond uit leidinggevenden en gedragswetenschappers. Hun belangrijkste taak is professionals die dagelijks met gezinnen werken te faciliteren bij dit werk. Dat is meer dan regelen en managen, meer dan zorgen voor een team en meer dan bevestigen wat een professional zelf al bedacht heeft. Zo’n stevige basis bestaat uit care én uit dare. Het gaat zowel om ondersteunen en aanmoedigen als om uitdagen en soms het ongemak opzoeken.
Steunen en uitdagen
Hoe ziet zo’n achtergrond die deze beide aspecten bevat eruit? We doen een voorzet voor iedereen wiens werk bestaat uit het bieden van zo’n basis voor professionals.
Net als bij ouders en kinderen begint het ondersteunen van professionals met tijd, aandacht en het opbouwen van een relatie. Wie heb je voor je? Wat is zijn persoonlijke en professionele achtergrond, reeds verworven kennis en kunde en wat is de stijl van leren? Verdiep je in de leden van je team en bouw een relatie met hen op.
Soms hebben professionals aanmoediging nodig, een zetje om iets te doen waar ze tegenop zien of waarbij ze spanning ervaren. Het kan gaan om een telefoontje dat ze moeilijk vinden of een multidisciplinair overleg dat voor nervositeit zorgt. Gesprekken met collega’s kunnen ook spanning oproepen, bijvoorbeeld omdat die ander iets vindt van de genomen besluiten, of omdat de professional om een advies moet vragen. Dan is aanmoediging van belang, samen voorbereiden, eventueel zo’n gesprek oefenen en minstens zo belangrijk: vragen hoe het ging. Wat deed je teamlid waardoor het gesprek naar tevredenheid verliep?
Doe meer van wat goed gaat, verbeter daar waar dat kan
En af en toe gaat ondersteuning over zelf meedoen: meegaan naar een gesprek, een klachtgesprek voeren, mee-analyseren van de situatie in een gezin en meegaan naar een multidisciplinair overleg of een overlegtafel. Samen hoor je vaak meer dan alleen, het kan helpen een vaardigheid voor te doen en gesprekken zijn af en toe simpelweg lichter als je ze samen doet.
Van groot belang is het bevragen van het denken en handelen van de professionals in het team en tegenspraak bieden. Welke over- wegingen liggen onder hun besluiten en handelen? Hebben ze andere scenario’s overwogen? Wat gebeurt er als we het compleet tegenovergestelde proberen te beargumenteren?
Ondersteuning bestaat ook uit kennis aandragen, bijvoorbeeld door samen die richtlijn en handreiking er nog eens bij te pakken en te bepalen waartoe die kennis in deze specifieke situatie leidt. Professionals hebben gevraagde en ongevraagde adviezen nodig. Het is van belang ze te herinneren aan de gemaakte afspraken, een werkproces of een methodisch element dat jullie recent hebben ingevoerd. Maar ook om er nog eens mee te oefenen en positieve feedback te geven wanneer het al een beetje lukt. Dan krijgt implementeren vorm in de dagelijkse praktijk.
En soms hebben professionals een spiegel nodig. Over welke houding en gedrag ze laten zien, wat dat met jou doet of welk effect je ziet op anderen: cliënten of een collega. Ondersteunen betekent ook blinde vlekken signaleren en die in een gesprek inbrengen. Niet om mensen te beoordelen, maar om professionals laten groeien in hun vak. Immers, doe meer van wat al goed gaat en verbeter daar waar dat kan!
Deze voorzet voorkomt niet dat er soms tragische situaties ontstaan. Wel hopen we dat het bijdraagt aan risicoverlaging door beargumenteerd handelen door professionals, gesteund én uitgedaagd door een stevige achtergrond.
Over de auteurs
Drs. M.I. de Lange en drs. M. van der Steege zijn beiden orthopedagoog en zelfstandig adviseur in de jeugdhulp.